De euro steeg vrijdag opnieuw ten opzichte van de dollar en bereikte het hoogste niveau in twee jaar, op 1,1674 dollar per euro.
De opmars komt in de nasleep van de beleidsvergadering van de Europese Centrale Bank (ECB) van donderdag. Daar gaf president Mario Draghi aan dat de centrale bank zich nog niet bezig houdt met scenario’s om het goedkoop-geldbeleid terug te draaien.
Hoewel Draghi dus niet hintte op maatregelen die de rente in de eurozone kunnen opdrijven – iets dat geld aanhouden in euro’s relatief aantrekkelijker zou maken ten opzichte van sparen in dollars – steeg de euro toch.
“Er waren geen hints die wezen op een monetaire verkrapping bij de verklaring van de ECB en de persconferentie van Mario Draghi. Maar handelaren zagen kennelijk toch redenen om de euro hoger te zetten, iets dat de ECB-president duidelijk probeerde te voorkomen”, aldus analist Craig Erlam van valutaplatform Oanda in een commentaar via email. “Draghi had zich niet gematigder kunnen opstellen tijdens de persconferentie.”
Dure euro domper voor Europese export
De Europese Centrale Bank probeert de relatief lage inflatie in de eurozone aan te wakkeren en de economie te stimuleren. Officieel heeft de ECB geen beleid ten aanzien van de euro, maar momenteel komt een stijging van de Europese munt niet goed uit.
Een sterke euro zorgt ervoor dat importen goedkoper worden - bijvoorbeeld van in dollars geprijsde motorbrandstoffen zoals benzine en diesel. Dat heeft een drukkend effect op de toch al lage inflatie. Bovendien worden producten die Europese exporteurs in dollarlanden verkopen relatief duurder. En dat is ongunstig voor de economische groei.
De euro bereikte vrijdag een hoogtepunt van van 1,1674 dollar per euro, het hoogste niveau in twee jaar tijd. In de loop van vrijdagmorgen werd de winst deels prijsgegeven, maar de euro bleef boven de 1,16 dollar noteren.
Onderstaande grafiek geeft de beweging weer:
(klik voor uitvergroting)